Zo maak ik een tekening...

 

Misschien ben je nieuwsgierig geworden hoe ik de tekeningen maak. Daarom hier een uitleg over hoe ik werk.

Voor de verschillende technieken die ik gebruik, zijn er verschillende aandachtspuntjes. Die zet ik ook even voor je op een rijtje.

 Ik heb er onderin ook foto's bij gezet waarop je een aantal van mijn tekeningen van begin tot eind kunt zien.

 

De volgende aandachtspunten zijn bij elke techniek belangrijk:

- Gladde, schone ondergrond. Anders kan wat er onder je papier ligt doordrukken op je tekening.

- Wanneer je papier gebruikt uit een tekenblok. Haal het papier uit het tekenblok, anders kan je tekening doordrukken op het onderliggende vel.

- Scherpe punten aan je potloden, vooral bij fijne lijntjes.

- Gebruik eventueel een vel papier om onder je hand te leggen zodat je niet gaat vegen over je werk (alleen wanneer je inkt gebruikt natuurlijk niet, want dan wordt het een rommeltje. Tenzij dat juist je bedoeling is, dat is aan de kunstenaar zelf).

 

Grijs/HB-potlood:

- Ik begin schetsmatig, laat mijn potlood een beetje dansen over het papier. Daarmee bedoel ik dat ik niet te veel druk zet op mijn potlood. Lichte lijntjes zijn makkelijker uit te gummen. Ik heb een beetje een eigen techniek waarbij ik graag alles wat op de tekening moet komen meteen opzet. Dus bij een portret begin ik met de ovale vorm voor het hoofd, dan de ogen, neus, mond en oren. Door steeds goed te kijken zorg ik dat de afstanden kloppen. Er zijn een paar trucjes die ik hiervoor gebruik. De afstand tussen 2 ogen is ongeveer 1 oog. De bovenkant van het oor zit ongeveer op dezelfde hoogte als het oog. Dan begin ik met de details per onderdeel. Meestal eerst de ogen. En dan kijk ik daarna meteen of ik de afstanden nog steeds goed heb. Zo niet, gummen en opnieuw. Pas als het klopt ga ik de lijnen wat dikker aanzetten en meer schaduw in de tekening brengen. Door de schaduw komt er meer diepte in de tekening. De 'lichtpuntjes' laat ik wit. Dus vanaf het begin van de tekening spaar ik deze uit. Als laatst doe ik het haar en de fijne gezichtslijntjes/rimpeltjes. Om de tekening iets zachter te maken kun je een doezelaar gebruiken, maar ik veeg nog altijd uit met mijn vingers. Dat vind ik zelf prettig werken.

 

Met kleurpotlood:

- Ik zet de tekening op in kleur. Heel belangrijk bij het werken met kleurpotlood, anders blijf je de zwarte of grijze lijnen zien. Ik gebruik daarvoor een lichtere kleur dan die van het te tekenen object, persoon of dier. Bij kleurpotlood werk ik van licht naar donker. Kleurpotlood is lastiger uit te gummen dan grijs potlood. Wanneer het papier verzadigd is, kun je er niet meer overheen tekenen. Om de kleur wat zachter te maken kun je wit gebruiken om de kleur af te zwakken. Voor meer diepte gebruik ik een donkerdere kleur of donkerbruin, grijs of zwart voor meer schaduw. Wanneer je tussen je wimpers doorkijkt (je ogen iets samen knijpt) kun je zien dat er meer kleuren nodig zijn dan je van tevoren dacht. Bij een rode appel gebruik je bijvoorbeeld ook paars en blauw. Zwart is nooit 100 procent zwart en wit weerspiegelt de kleur van de omgeving. Daardoor zitten er in witte vlakken ook meer kleuren dan je denkt.

 

Met pastel potlood:

Sinds oktober 2018 ben ik pastel potlood gaan gebruiken. De tekeningen die ik daarmee maak vallen erg in de smaak. Bij een tekening met pastel potlood werk je meestal van donker naar licht. Wat voor mij even wennen was omdat het bij kleurpotlood juist andersom is. Met pastel potlood kun je namelijk laag over laag werken. Niet oneindig, maar best veel lagen over elkaar. Dus eigenlijk meer zoals bij schilderen. En je kunt pastel potlood een beetje uitvegen/smeren (of blenden, geef het een naam...). Zelf heb ik gemerkt dat het gebruik van diverse merken potlood fijn werkt. Elk merk heeft zo zijn voor- en nadelen. Zelf werk ik het liefst op pastelmat omdat dit goed 'pakt'. Er zijn ook diverse soorten pastelpapier, maar daar gaat mijn voorkeur niet naar uit. Pastel werkt een beetje poederachtig/krijt-achtig. Ik zet mijn ondergrond dus op een tekenstandaard waardoor de ondergrond rechtop staat en ik af en toe het poeder weg kan blazen. Pastel kun je niet heel goed fixeren (waar de meningen overigens over verdeeld zijn). Daarom doe ik deze altijd met een passe-partout in een lijst met glas. Dan is de tekening 'veilig'. Pastel potlood kun je namelijk heel makkelijk uitvegen en dat wil je niet wanneer je iets moois hebt gemaakt.

 

Met Oost Indisch inkt:

Deze tekeningen zet ik eerst op met HB-potlood. Heel licht, zodat ik het later kan uitgummen. Ik zet daarna met inkt de grote lijnen op. Bij de ZenTangle techniek begin ik met invullen van de vormen met wat er op dat moment in me opkomt. Krulletjes, rondjes, streepjes of stipjes bijvoorbeeld. Tussendoor laat ik de tekening vaak even rusten zodat hij even kan opdrogen, zo voorkom ik uitvegen van de inkt. Wanneer de eerste laag droog is veeg ik de potloodlijntjes die zichtbaar zijn weg. Ik veeg het gumsel van mijn blaadje en dan ga ik verder. Ik werk met een kroontjespen en soms heb ik een onbedoelde vlek op mijn papier. Vaak kan ik deze omtoveren tot onderdeel van de tekening. Dus geen zorgen, het komt altijd goed.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb